In het moderne model van de evolutietheorie gedraagt de evolutie van een eiwit of orgaan zich als de toevallige koerswijzigingen in de wandeling van een dronken man. Mutaties in het erfelijk materiaal ontstaan door toevallige processen. De natuurlijke selectie van die mutaties is eveneens het resultaat van toevallige processen. De snelheid waarmee deze processen gebeuren is derhalve bij elke mutatie onbepaald. De evolutiebioloog Stephen Jay Gould hing het model van evolutie als een dronkemans wandeling aan in zijn boek "Full House: The Spread of Excellence from Plato to Darwin" (1996).
Nochtans ontwaren paleontologen en evolutiebiologen trends in de evolutie van soorten die strijdig zijn met de hypothese van de 'dronkenmans wandeling'.
Dit artikel presenteert revolutionaire argumenten dat zowel het optreden van mutaties als de natuurlijke selectie van die mutaties sneller verlopen dan in het standaardmodel mogelijk is.
