Aladdin, de zoon van een arme kleermaker, komt in het bezit van een wonderlamp die al zijn wensen vervult.
Aladdin en de wonderlamp is een van de bekendste sprookjes uit de verhalencyclus Duizend-en-een-nacht, hoewel het in werkelijkheid geen deel uitmaakte van de oorspronkelijke Arabische tekst. Het werd in 1710 door de Franse vertaler Antoine Galland toegevoegd in het boek Les mille et une nuits.
De dichter John Payne citeerde in 1901 fragmenten uit Gallands onuitgegeven dagboek waaruit zou blijken dat de bron van de Fransman een maronitische geleerde uit Aleppo was, genaamd Youhenna Diab. Payne vermeldt eveneens de ontdekking van twee Arabische manuscripten met het verhaal van Aladin in de Bibliothèque Nationale in Parijs. Het bleek echter volgens de Amerikaans-Irakese islamoloog en arabist Muhsin Mahdi om vervalsingen te gaan. Vooral omdat nog geen oorspronkelijke Arabische teksten voor Aladin zijn ontdekt, denken experten dat de Franse versies werden gebruikt om die verhalen terug naar het Arabisch te vertalen.